Verkiezingsprogramma Werken aan Water 2023

Werken aan Water ( Verkorte versie verkiezingsprogramma zie:Speerpunten)

Waterschap De Dommel draagt als functionele organisatie zorg voor een juiste hoeveelheid oppervlaktewater van goede kwaliteit. Eind 2009  kwam daar als gevolg van het in werking treden van de nieuwe waterwet de zorg voor het bovenste grondwater bij. Bovendien zorgt het waterschap dat afvalwater van bedrijven en huishoudens getransporteerd wordt naar de rioolwaterzuiveringsinstallaties om daar gezuiverd te worden. Het beheersgebied omvat 32 gemeenten met een oppervlakte van 1510 km². In dit mooie gebied wonen ongeveer 1 miljoen mensen, die er ook werken en willen recreëren. De taken voor Waterschap de Dommel worden ingegeven door beleidskaders te weten: vanuit de overheid door het Waterbeheerplan 21ste eeuw (WB21) en bekrachtigd door het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW), door het provinciale Waterhuishoudplan en door de Europese Kaderrichtlijn Water.

Keersop

Waterkwaliteit.

 

Het grootste gedeelte van de kwaliteit van het oppervlaktewater wordt bepaald door de prestaties van de rioolwaterzuiveringsinstallaties. De installaties van Waterschap De Dommel behoren tot de top van Nederland wat betreft prijs-kwaliteitverhouding. Daarom is het wat ons betreft niet aan de orde en zelfs ongewenst om deze tak te privatiseren. Wel is het van groot belang dat er kennis en ervaringen uitgewisseld worden met andere waterschappen en bedrijven die zich met afvalwaterzuivering bezighouden om bij te blijven met de laatste ontwikkelingen, en te voorkomen dat het wiel meerderen keren wordt uitgevonden. In dit kader is het belangrijk dat de zuiveringstarieven ook voor bedrijven interessant blijven zodat ze aangehaakt blijven en de zuivering van hun afvalwater niet zelf ter hand nemen. Want lozen op het openbare riool is de beste garantie voor de bewaking van de kwaliteit van het oppervlaktewater.

Ook is bundeling van krachten met verschillende gemeentes door middel van het sluiten van afvalwaterakkoorden van groot belang. In het verlengde hiervan willen wij de resultaten van optimalisatiestudies van het afvalwatersysteem (OAS) zo snel mogelijk in de praktijk toepassen. Hierdoor kan maximaal gebruik gemaakt worden van de bergingscapaciteit van het totale rioolstelsel. Zo kan op een efficiënte manier aan de basisinspanning worden voldaan met zo laag mogelijke maatschappelijke kosten.

Het afkoppelen van hemelwater in het bebouwde gebied kan ook een bijdrage leveren aan het verbeteren van de prestaties van rioolzuiveringsinstallaties. Waterschap de Dommel dient haar stimuleringsregeIMG_0144ling voor afkoppelen onverwijld voort te zetten. De gemeenten moeten ook bevorderen dat de tuinen van woningen niet te zeer verstenen. Ook moeten er berekeningen komen waar per gemeente aangegeven wordt waar het afkoppelen met de minste kosten het meeste rendement oplevert. In bestaande wijken is bij renovatie van het gemeentelijke riool een dubbel rioolstelsel het overwegen waard. Bijkomend voordeel is dat de riool overstorten minder in werking zullen treden. Dit vermindert de verontreiniging van het oppervlaktewater en overlast voor omwonenden.

Wij zijn voorstander van het op grote schaal terugwinnen van energie en grondstoffen uit het rioolslib. Met de huidige energie- en grondstofprijzen zou dat financieel moeten kunnen. Het spaart tevens een groot aantal vrachtwagenbewegingen uit naar de slibverbrander in Moerdijk. De bij de slibverbranding vrijkomende reststoffen dienen ook zo veel mogelijk hergebruikt te worden.

Een ander kwaliteitsaspect van het oppervlaktewater wordt beïnvloed door de historische vervuiling in het gebied van de Dommel met zware metalen zoals cadmium en zink. Deze verontreinigde waterbodems zijn grotendeels gesaneerd. In dit kader is het een passend beleid dat de Provincie Noord-Brabant samen met Waterschap De Dommel druk uitoefent op België om lozingen van de zinkfabriek in Overpelt te verminderen. Anders is het saneren met de kraan open. Bovendien levert een beek met schoon water minder problemen op bij het eventueel buiten de oevers treden.

 

Natuur en recreatie.

 In het gebied van waterschap De Dommel zijn veel natuurgebieden die hun aantrekkelijkheid te danken hebben aan water.Voorbeelden hiervan zijn het Groene Woud, de Malpie, het Bossche Broek, Strabrechtse heide en Cartierheide. “Werken aan Water” gaat ervoor, om natuurgebieden en beken toegankelijk te houden voor iedereen. Onze beken en de omgeving ervan zijn bij uitstek geschikt om er te recreëren.In dit streven worden wij o.a. ondersteund door de Stichting Belangenplatform Malpie  en agrarisch natuurvereniging Pielis in Balans.Er moeten ruime mogelijkheden blijven voor diverse vormen van recreatie, zoals wandelen (laarzenpaden), fietsen, mountainbiken, paardrijden, kanoën en sportvissen. Dit alles echter wel op een manier die rekening houdt met de natuur. Het waterschap dient met haar Nautisch beheer terdege rekening te houden met de wensen en verlangens van recreatiebedrijven in de buitensport en individuele recreant.Zo is het aanbrengen van aanlegsteigers in de Essche Stroom en de Dommel een goed initiatief van Waterschap de Dommel en het verbeterd tevens de veiligheid en onderhoud.Wij zien graag meer van dergelijke projecten.

Ook het water in dorp en stad moet beter zichtbaar worden.Een voorbeeld hiervan is de Gender in Eindhoven. Want de zichtbaarheid van water verbetert de kwaliteit van de leefomgeving en versterkt de belevingswaarde. Het waterschap moet verder zorg dragen voor haar cultuurhistorisch erfgoed, zodat deze in de toekomst behouden blijven voor ons nageslacht. Voorbeelden hiervan zijn:de oude waterzuivering Moerenburg in Tilburg-Oost en het oude gemaal in het Bossche Broek. In deze reeks horen ook de talrijke watermolens die ons gebied rijk is. Deze zijn weliswaar geen eigendom van het waterschap, maar zijn voor wat betreft functioneren afhankelijk van het waterschap.

Wij vinden dat het belangrijk is dat er bij projecten rekening gehouden wordt met historische elementen. Een voorbeeld hiervan dat de zogenaamde DUW werken (werkzaamheden van de zogenaamde werkverschaffing uit de jaren 50 van vorige eeuw) in Lennisheuvel ontzien hadden moeten worden bij werkzaamheden aan de Beerze. Ook moet er rekening gehouden met historisch bossen met eeuwenoude bomen door het grondwaterpeil niet zonder meer te verhogen.Verder mag er bij projecten niets onomkeerbaars gedaan worden.Dit betekent dat voor het bestrijden van (vermeende) verdroging geen bossen gekapt mogen worden of landbouwgrond afgegraven mag worden.

 

Waterkwantiteit: droge voeten en voldoende water.

 

“Werken aan Water” geeft aan waterschap De Dommel de opdracht om te zorgen voor een duurzaam en veerkrachtig watersysteem, dat goede randvoorwaarden biedt aan functies die afhankelijk zijn van voldoende en schoon water zoals landbouw, natuur en economische activiteiten.

Ruimte is schaars. De landbouw heeft, gezien de stijgende wereldvraag naar voedsel veel cultuurgrond nodig. Maar er is ook ruimte nodig voor natuur en stedelijke uitbreidingen. Ook het water zelf vraagt om meer ruimte voor berging om overlast te voorkomen. Het hier te volgen principe is: eerst water vasthouden in de haarvaten, vervolgens bergen en dan afvoeren.

Om de ruimte optimaal te benutten zetten wij zoveel mogelijk in op het inventief combineren van functies. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om waterberging in natuurgebieden en soms op landbouwgrond of in stedelijke uitbreidingen. Indien er ruimte gecreëerd moet worden voor water, dienen bestaande belangen die daarvan nadeel ondervinden, te worden gecompenseerd. Wij geven daarbij voorkeur aan de toepassing van blauwe regelingen, waarbij de grond in eigendom en gebruik blijft bij de eigenaar. Wanneer toch gronden aangekocht worden, moet wat “Werken aan Water” betreft, vrijwilligheid als het uitgangspunt gehanteerd worden. Dit betekent maximale inzet op minnelijke verwerving tegen marktconforme prijzen. Een groot gedeelte van het te bergen water is afkomstig uit België. Vanuit het principe ”vasthouden in de haarvaten” zal waterschap De Dommel samen met de provincie moeten inzetten op waterberging in de brongebieden.

In het landelijke gebied is water als ordenend principe algemeen aanvaard. Wij vinden dit ook in het stedelijke gebied van belang: ”volgen van water” in plaats van “sturen van water”. Daarom is een objectief uitgevoerde watertoets bij nieuwe bestemmingsplannen van het grootste belang. Een voorbeeld van een probleem is de grondwateroverlast in sommige delen van Eindhoven. Dit wordt veroorzaakt door twee zaken: bebouwing is gelegen in beemden, die vroeger nat waren, en de grondwaterwinning is sterk gereduceerd. Wij sturen aan op een duurzame oplossing voor dit probleem.

Wat betreft het onderdeel “voldoende water” geven wij de voorkeur aan flexibel peilbeheer waarbij het peil de functie volgt. Bestaand gebruik dient gerespecteerd te worden. Wij zijn van mening dat, indien sommige gebieden ter realisering van bepaalde natuurdoelen vernat zouden moeten worden, dit op een zodanige manier, eventueel met technische middelen geschiedt, dat de uitstraling naar de omgeving beperkt wordt. Peilestuurde drainage zou een mogelijkheid kunnen zijn. Ook draagvlak in de omgeving is belangrijk, want men dient respect te hebben voor elkaars belangen en eigendommen. Verder verdient een recent onderzoek van Alterra, waarin wordt gezegd dat de verdroging minder ernstig is dan vaak wordt aangenomen, nadrukkelijke aandacht in het beleid. Een groot gedeelte van de verdrogingsproblemen wordt veroorzaakt door de grote middeldiepe grondwateronttrekking ten behoeve van de drinkwatervoorziening. Dit heeft onze bijzondere aandacht en dit probleem zou eventueel met gebiedsvreemd water verminderd kunnen worden.

Financiën.

 

Wat financiën betreft geld voor ons dat de tering naar de nering wordt gezet. De reserves dienen zodanig te zijn dat financiële tegenvallers opgevangen kunnen worden zonder extra tariefstijging. Het advies dat uitgebracht is door de commissie Vellinga om de financiering van de primaire waterkeringen bij de gezamenlijke waterschappen neer te leggen steunen we nog steeds niet. Dit heeft echter vorm gekregen in de verplichte bijdrage aan het zogenaamde Hoog Water Beschermingsprogramma. Voor ons waterschap betekent dit dat wij jaarlijks ongeveer 10 miljoen Euro ( = 10% van de jaarlijkse begroting) moeten afdragen aan het rijk. Dit zijn kosten gemaakt voor algemeen belang. Derhalve is het reëel dat het zogenaamde kostentoedelingspercentage, nu 35%, verhoogd wordt naar wat wettelijk is toegestaan.

Ook is het belangrijk dat de tarievenstructuur van de waterschapsbelastingen landelijke opnieuw tegen het licht gehouden wordt. Met name de tarieven voor ongebouwd gaan gebukt onder een “weeffout”. Bij deze categorie is ook de hele infrastructuur ondergebracht en drukt onrechtmatig zwaar op ongebouwd. Bovendien neemt het aantal hectares ongebouwd jaarlijks af terwijl het totaal op te brengen bedrag gelijk blijft.
Wij zijn ook voorstander van een goede kwijtscheldingsregeling voor de zwakkeren in onze samenleving.

Wij zijn van mening dat bij het aanbesteden van projecten moet afzien van het zogenaamde Innovatief Aanbesteden. Deze vorm van aanbesteden levert in de praktijk te veel discussies en rechtszaken op met de aannemers.

Werken aan Water staat voor:

1.Optimaal waterbeheer voor natuur, stad en platteland.

2. Recreatie waar het kan en natuur beschermen waar het moet.

3. Gezonde financiële huishouding waarbij kosten beperkt worden.

4.Afvalwater zuiveren volgens de best mogelijke techniek.

5.Tariefstijging binnen inflatieniveau voor alle categorieën.

6.Boerenland in boerenhand.

7.Geen schaliegas winning en opslag radioactief afval in de bodem (te gevaarlijk voor de drinkwatervoorziening).

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.